3e trap:
HEPA-filter
Maatregel tegen de fijnste deeltjes: In het HEPA-filter worden alle stofdeeltjes kleiner dan 10 µm (PM10) tot en met ultrafijnstof afgescheiden. Volgens de norm DGUV 201-004 (voorheen BGI581) moet deze minstens filterklasse H13 hebben in overeenstemming met de norm EN 1822.
Maar SEKA speelt hier op safe. Om maximale bescherming te bieden, worden alleen filters van de klasse “HEPA H14” of “ULPA U15” gebruikt. Ze behalen een totale afvangefficiëntie van minimaal 99,999 3% en komen daarmee overeen met klasse H-stoffilters volgens de norm EN 60335 die zijn voorgeschreven voor gebruik in combinatie met onder andere asbeststof.
Aangezien filters op cellulosebasis als voedingsbodem voor micro-organismen kunnen dienen, gebruiken wij uitsluitend filters op glasvezelbasis.
4e trap:
Actieefkoolfilter
Gassen en geuren effectief uitgeschakeld: Nadat de lucht vrijwel van stofdeeltjes is ontdaan, zorgt een actiefkoolfilter ervoor dat hinderlijke geuren, schadelijke dampen en giftige gassen verwijderd worden.
Actieve kool is meestal koolstof met een zeer poreus oppervlak. Als gevolg van de structuur met open poriën heeft het een extreem groot binnenoppervlak. De gasmoleculen worden aan het oppervlak van de actieve kool gebonden, hetzij door adhesie (adsorptie), hetzij door chemische reactie (chemisorptie).
Wanneer het oppervlak verzadigd raakt met verontreinigende stoffen, kan het filter geen verontreinigende stoffen meer opnemen en moet het vervangen worden.